Bij de postraumatische dystrofie (ook wel Südeckse dystrofie genoemd) gaat het om reactieve, neurovasculair (= zenuw- en vaatsysteem) gerelateerde weke delen en botveranderingen van de ledematen. Meestal na een trauma, operatie, maar ook na ontstekingen of zenuwbeschadigingen.

Omdat een Südeckse dystrofie niet direct na ieder trauma optreedt, moet en tevens een individuele bevattelijkheid (dispositie) aanwezig zijn, met in het bijzonder een vegetatieve (= het onwillekeurige zenuwstelsel betreffende) labiliteit.

Südeckse-dystrofie, Postraumatische dystrofieDe oorzaak van Südeckse dystrofie is onbekend. De patiënten klagen over diffuse, heftige en brandende pijnen. Op basis van de circulatiestoornis zijn de getroffen delen meestal blauw verkleurden oedemateus (= opgezwollen). Betroffen gewrichten verstijven. Bijzonder is de hand, omdat deze meestal tot een bepaalde invaliditeit voert. In het onderste lidmaat zijn alle gewrichten bij een posttraumatische dystrofie betrokken. Op de röntgenfoto ziet men een typisch vlekkig osteoporose beeld.

De drie stadiën van de Südeckse dystrofie (= ook wel Complex Regionaal Pijn Syndroom type I / CRPS I genoemd):

  • Acute stadium. De pijnen staan op de voorgrond, ook in rust, zwelling als gevolg van oedeem en functievermindering.
  • Dystrophisch stadium. Het weefsel atrofieert (= verminderd, neemt in omvang af) en de zwelling neemt af. De pijn blijft maar is temperatuurs-afhankelijk.
  • Stadium van de atrofie. Botten en weke delen zijn geatrofieerd, waaronder ook de spieren en gewrichtskapsels Er bestaat een duidelijke bewegingsbeperking. De huid is dun en bleek.

Reguliere medicamenteuze behandeling van Südeckse dystrofie:

  • Cortison in het acute stadium
  • Antidepressiva (= middel tegen depressie)
  • Anti-epileptica (= middel tegen de vallende ziekte)
  • Analgetica (= pijnmiddelen)
  • Calcitonine (= een schildklierhormoon)

Vroeger gaf men nog therapeutische lokale-anaesthesie (=verdovingsmiddel op bepaalde zenuwvlechten of ganglia).

Behandeling in het IMC

Binnen het integraal medisch centrum, gaat we eerst op zoek naar de achterliggende stoornis: mesologisch onderzoek naar de dispositie (in het begin genoemd), waarom treft juist deze patiënt deze dystrofie? Veelal wordt dit met homeopathische of fytotherapeutische (kruiden) medicijnen behandeld. Soms volgt een dieet om het vaat-zenuwstelsel tot rust te brengen.

Zo nodig wordt een osteopathische behandeling ingezet. Hierbij worden met name de fascia (= o.a. spier-, vaat- en zenuwomhulsels) behandeld, om het lichaam de vrijheid te geven zich te herstellen.

Hypnotherapie is verder een hulpmiddel welke ingezet kan worden om het patroon van de posttraumatische dystrofie te doorbreken.