Wat is het?
Schedelvervorming (plagiocephalie) ontstaat meestal tijdens de zwangerschap of bij de geboorte (tangverlossing, vacuümpomp, etc.). Maar ook daarna kunnen vervormingen optreden, bijvoorbeeld door een slaaphouding, scheefhals of val.
Hoe te herkennen?
De schedel vertoont een asymmetrische vorm. Eén zijde is hoger of staat verder naar voren als de ander. Eén oog / oor kan hoger staan dan de andere en ook kan de neus scheef staan.
Reguliere Geneeskunde:
In de meeste gevallen verdwijnt de deformiteit in de loop van de groei. Voor de arts bestaat er geen wezenlijke stoornis. Wel wordt in het algemeen de ‘normale’ groei van de schedel gecontroleerd.
Mocht het toch in de richting gaan van een blijvende schedelvervorming (plagiocephalie), wordt overgegaan op de zogenaamde helmcorrectie.
Het ánders kijken van het IMC
In de osteopathische visie kunnen schedelvervormingen de beweeglijkheid van de schedel verminderen. Omgekeerd kan een verminderde beweeglijkheid een deformiteit veroorzaken. Daardoor kan een hele rij van symptomen ontstaan, zoals zuigstoornissen, winderigheid, spraakstoornissen, motorische achterstand. Voor de osteopaat is het belangrijk de oorzaak van het probleem te herkennen, deze kan in het schedelbereik liggen, maar ook ergens anders in het lichaam.
Wat kan het IMC?
De osteopaat behandelt de gevonden oorzaken met zijn zachte manuele technieken. Zo groeit de vervorming er sneller uit en verdwijnen de begeleidende symptomen.