Wat is het?
Arthrosis deformans (kortweg artrose, in de volksmond ‘slijtage’ genoemd) bestaat uit lokale veranderingen van het gewrichtskraakbeen.
- De primaire artrose manifesteert zich vooral in de DIP-gewrichten (vingerkootjes; Heberden-noduli).
- De secundaire artrose is terug te voeren op factoren als stand afwijkingen, gewrichtsziekten en belasting.
Kraakbeen is niet doorbloed (avasculair) en wat betreft voeding afhankelijk van de omgeving, waarv de bloedvaten doorheen lopen. Juist deze omgeving vertoont vaak veranderde bewegingspatronen (fixaties), waardoor de doorbloeding vermindert. Uitgebreid onderzoek tot verder van het gewricht verwijderde weefsels kan duidelijkheid verschaffen.
Het aantal gevallen van artrose neemt toe met het stijgen van de leeftijd. Meer dan de helft van de vrouwen van 75 jaar of ouder en 1 op de 5 mannen van die leeftijd heeft de diagnose chronische artrose voor één of meer gewrichten.
- De reguliere behandeling bestaat voornamelijk uit het toedienen van pijnstillers (NSAID’s), injecties met corticosteroïden en chirurgische behandeling.
Het ánders kijken van het IMC
De naam ‘slijtage’ achten wij misleidend, een gewricht is er op gebouwd om te bewegen en ververst continu de componenten, zoals bot, als kraakbeen, als gewrichtssmeer. Bij artrose is het evenwicht tussen aanmaak en afbraak verstoord, dat wil zeggen de afbraak gaat door (natuurlijk proces), maar de aanmaak wordt ergens belemmerd. Dit kan mechanisch zijn of een tekort aan bepaalde voedingsstoffen. Het simpelweg slikken van supplementen heeft weinig zin, wanneer de stoornissen in opname niet onderzocht zijn. Daarnaast produceren de darmbacteriën essentiële voedingsstoffen voor de gewrichten.
Versleten heup?
Misschien een domme vraag: waarom hebben wij gewrichten? Het simpele antwoord is in de volkswijsheid over geneeskunde minder voor de hand liggend. Het antwoord: om mee te bewegen is logisch, toch spreken we van een versleten heup. Wanneer een gewricht gemaakt is om te bewegen, dan zal beweging toch de prikkel zijn om het gewricht goed te laten functioneren en zal het niet ‘verslijten’.
Beweging prikkelt het gewrichtskapsel (synoviale membraan) om gewrichtssmeer (synovia) te maken, dat om zijn beurt het kraakbeen voedt. Kraakbeen bezit geen bloedvaten is voor zijn groei afhankelijk van ‘verse’ synovia. Alles in het lichaam breekt af en groeit aan ofwel vernieuwt zich, ook kraakbeen. Met te weinig voeding is de afbraak groter dan de aangroei en ontstaat er te weinig kraakbeen. Zo simpel is dat.
Er zijn verschillende factoren waarom men zijn heup minder of anders beweegt. Ons zittend bestaan (auto, bureau, bank) is natuurlijk een belangrijke factor, maar ook subtiele oorzaken in het lijf kunnen de heup anders doen bewegen, zoals een vast zittende nier met verhoogde spanning op een belangrijk heupspier (M. Psoas), of een gekantelde baarmoeder, met druk op bepaalde bekkenbanden. Of geblokkeerde bekkengewrichten, die door de heup gecompenseerd worden, een prikkelbaar darmsyndroom, waardoor bepaalde bloedvaten naar de heup belemmerd worden. De rij met oorzaken strekt zich tot het gehele lichaam.
Slijtage in een levend organisme bestaat niet, want bewegen is de prikkel tot goed functioneren. Laat je lijf regelmatig nakijken of alle structuren, gewrichten, wervels, organen nog wel optimaal bewegen, dat voorkomt vele klachten. En dat is toch de taak van de gezondheidszorg.
Lees ook verder de column: Ánders kijken …. slijtage de mythe die niet wil slijten.
Wat kan het IMC?
- Vroegtijdige behandeling met Osteopathie kan goede resultaten opleveren bij de behandeling van artrose. Een nauwkeurig onderzoek naar de factoren van verminderde doorbloeding kan de functie van het kraakbeen gunstig beïnvloeden. Veelal zijn de oorzaken van verminderde doorbloeding in het abdomen of kleine bekken terug te vinden, zodat ook deze factoren in het onderzoek betrokken dienen te worden.
- De verminderde doorbloeding, de benodigde voedingsstoffen en de functieverbetering van het kraakbeen liggen ook op het terrein van de Mesologie. Zij onderzoeken of er bepaalde tekorten bestaan ion het lichaam voor een goede opbouw van hert kraakbeen. Vaak is een gericht voedingsadvies noodzakelijk, naast gerichte fytotherapeutische of ortho moleculaire medicatie.
Kijk ook naar het Webinar-19 van het IMC: over Gewrichtsklachten.
Lees ook de Column: Ánders kijken …. Slijtage, de mythe die niet wil slijten.
Casus: Heupvol
Patiënt, 60 jaar, 20 jaar geleden heupartrose vast gesteld, klachten nemen de laatste jaren meer en meer toe. Daarnaast ontlastingsproblemen, krampen en tevens hartkloppingen. Bij onderzoek waren de rotaties van de heup beiderzijds beperkt, links nagenoeg nul. Darmen, middenrif, thorax en kleine bekken. Darm- en hartproblemen waren al snel verdwenen. Inmiddels een jaar en 5 behandelingen verder: rotaties heupen nagenoeg normaal. Hij heeft weer een fiets gekocht en wat 20 jaar geleden niet meer ging, gaat nu wel; een lekker stuk fietsen. Scheelt weer een dure operatie, scheelt bezoeken aan internist en cardioloog en vooral scheelt het in (fiets) plezier.
Casus: heupartrose-1
Patiënt 39 jaar, kwam een paar jaar geleden met extreme rug klachten over de gehele rug. Onderrug erg stijf en zenuwpijn in de onderste gewrichten. Uitstraling naar been en voet. Extreme spierspanning in de flanken en tussen de schouder bladen, stijve nek. tintelende tenen. Snowboard ongeluk 8 jaar gelden. Twee jaar geleden werd via röntgenopnames een heupartrose vast gesteld.
Onderzoek toonde een scoliose (kromming) van de gehele wervelkolom en een shift (zijwaartse verplaatsing) ter hoogte van de scapulae (schouderbladen) naar rechts. Behandeling van de regio rechter ribbenkast (lever, middenrif, verbinding naar de twaalfvingerige darm), een dieet en de aanbeveling ‘rondje Sloterplas joggen’, deed in een aantal weken de klachten al fors afnemen. De shift veroorzaakt een andere belasting op het bekken en de benen. Na 5 maanden en drie behandelingen waren de klachten nagenoeg verdwenen en na vier jaar was de geconstateerde heupartrose op de röntgenfoto niet meer te zien.
Casus: heupartrose-2
Patiënte met heupklachten sinds 16 jaar, uitstralend naar de liezen. Reuma en bursitis werden na testen uitgesloten. Bij een latere röntgenopname bleek de rechter heup een lichte artrose te vertonen. Via een ‘voorste benadering’ is er een nieuwe heup geplaatst (Total Hip), circa 6 jaar geleden. De beweeglijkheid van het heupgewricht zelf (Coxofemoraal) is bij testen direct na de operatie en ook nu goed. Patiënte blijft echter dezelfde blokkade in de beweeglijkheid van haar rechterbeen voelen. Qua lopen, sporten en bewegen, wordt de klacht gelijk aan vóór de operatie ervaren.
Osteopathisch onderzoek liet meer dysfuncties zien, zoals de dikke darm, de blaas, het SI-gewricht (heiligbeen) en de voet. Zonder in een kip-ei discussie te verzanden, mogen we concluderen dat een ogenschijnlijk zichtbaar probleem (heupartrose), niet altijd de verklaring voor de klachten is.
Casus: heupartrose-3
Patiënte 49 jaar komt met forse heuklachten rechts, sinds 2013. In haar jeugd op topniveau aan sport gedaan. Eind 2013 begon ze last te krijgen van haar rechterheup. Ze heeft twee maanden fysiotherapie gehad. De fysiotherapeut constateerde een instabiele heup. Eind 2014 is ze weer gaan sporten bij een personal trainer en is toen wellicht te hard van stapel gelopen. In die periode is ze plotseling, pijnloos, door haar heup gezakt.
Vervolgens namen de pijnklachten toe. Er is een cortison-injectie gezet, waarna de pijn nog erger werd. Pte heeft langere tijd (ca een half jaar) niet kunnen slapen van de pijn, en heeft toen besloten een operatie (nieuwe heup) te laten verrichten. En verder: in lig last van knie en vaak een vermoeide onderrug.
Osteopathisch onderzoek gaf een uterus retroflexie (gefixeerde achterover kanteling) te zien. Tijdens de handeling ervoer de patiënte de exacte pijn in het heupgewricht. Na 5 behandelingen is de beweeglijkheid van de heup verbeterd, de pijn is afgenomen en een operatie is (gelukkig of voorlopig) niet nodig.