Ánders kijken …. de inbreuk op het individu

Ánders kijken …. de inbreuk op het individu

Het individu is (bijna) verdwenen uit de geneeskunde. Het unieke patroon heeft plaats gemaakt voor algemene ziektebeelden.

Het boek van de natuur

In de soefi-mystiek gaat men er van uit dat er één heilig boek is: het heilige boek van de natuur. Er bestaat een wezenlijke wisselwerking tussen de natuur en de mens. Wil de mens iets van de essentie van de Schepper begrijpen, dan is dat onmogelijk zonder natuur. Aanwijzingen ten aanzien van zijn Schepper zijn voor de mens alleen toegankelijk via het geschapene in de minerale, plantaardige en dierlijke wereld en via de eigen binnenwereld van de mens. Wanneer de wereld een manifestatie is van de scheppende Godheid, de Aldoordringende, en de ziel van de goddelijke vonk zich in elk levend wezen, plant, dier of mens, bevindt, dan kan men het weten van de schepping en van de wezens leren.

 

De mens kan dit leren via drie wegen:

  1. De weg der kennis en wijsheid, zowel verstandelijk als emotioneel.
  2. De weg van actie, door actief bezig te zijn met jezelf en de levende wereld, en met de relatie tussen jezelf en de wereld. Stilstand is achteruitgang zegt het spreekwoord. ‘Panta Rhei’ zegt de Griekse filosoof: alles wat leeft stroomt. Je moet in beweging blijven om te kunnen leven. Deze beweging houdt in dat je dingen onderneemt, je schouders er onder zet en feitelijk iets creëert: je eigen leven.
  3. De weg van devotie, de overgave aan de natuurwetten in jezelf en in de wereld. De erkenning van en de overgave aan eigen behoeftes en de behoeftes van de levende wezens om je heen. Dit kan je vertalen met de bipolariteit van de natuur. Er bestaat altijd plus en min, er is altijd yin en yang. Van elk fenomeen bestaat er een tegenpool, maar het een kan niet zonder het ander. Je kan niet inademen zonder uit te ademen; je adem inhouden is je adem verliezen. Je kan niet lief hebben zonder te haten, er bestaat geen vrede zonder oorlog, etc. Deze bipolariteit is een natuurwet. De gelukzalige bergen van het leven hebben de diepe dalen nodig om te kunnen bestaan. Ergo het gaat niet altijd ‘goed’ in je leven. Het gaat wel goed, maar we interpreteren het anders omdat wij westerlingen neigen om alleen naar de pluskant te streven.

 

Constitutie en erfelijkheid

Volgens de Ayurveda is de toestand van de ouders op het moment van de conceptie bepalend voor de constitutie. Bijvoorbeeld de aanstaande vader heeft een drukke, intellectuele baan, waarin hij ambitieus is. Zijn huidige staat is zelfs nog ambitieuzer dan zijn constitutionele balans. De aanstaande moeder heeft een parttime baan, verveelt zich ‘s avonds en brengt haar tijd knabbelend en doezelend voor de tv door. Het samenspel van deze twee functies zal de functionele constitutie van het kind bepalen.

Zo bestaan er twee vormen van erfelijkheid. De unieke combinatie van het DNA en de unieke combinatie van het functioneren. Het DNA is individueel, dat weten we sinds haar ontdekking. DNA dat in 1869 werd ontdekt door de Zwitserse biochemicus Johan Friedrich Miescher (1844-1844). Hij wist de stof te zuiveren uit de leukocyt (witte bloedcel) en, die hij verkreeg uit pus. De chemische structuur van DNA bleef echter nog lange tijd onbekend. De correcte chemische structuur van DNA is in 1953 bepaald door het onderzoek van James Watson, Francis Crick, Maurice Wilkins en Rosalind Franklin. Feitelijk ontdekte Franklin het de structuur van het DNA, maar Watson en Crick publiceerden dit in het tijdschrift Nature. Watson, Crick en Wilkins kregen hiervoor in 1962 de Nobelprijs, Franklin was toen al overleden aan kanker.

 

Niet genetisch, wél erfelijk.

De andere vorm van erfelijkheid is minder bekend, maar natuurlijk wordt er meer van de ouders overgedragen dan alleen het DNA. Alle celorganellen en de vloeistof waarin zij functioneren, het cytoplasma, versmelten bij de samenkomst van oöcyt en spermatozoa. De ‘fabriek’ voor het menselijk leven, wordt bepaald door het DNA. De machines worden gevormd door de celorganellen. De arbeid wordt geleverd door de grote onbekende die ‘leven’ heet. Dat maakt het individu nog individueler dan algemeen wordt aangenomen. Immers de blauwdruk van de fabriek mag dan als architectuur aanwezig zijn, de functie van de ouders bepalen het functioneren van de machines. Wanneer bepaalde machines in overproductie zijn of juist onder-functioneren, vormt dat de basis van de functie van die ene cel, waaruit later meer dan veertigduizend miljard cellen ontstaan.

 

Vervolgens komen dan de invloeden van buitenaf, die de ‘software’ vormen, waar de ‘hardware’ van de fabriek mee werken mag. Microsoft, Apple en Linux werken totaal verschillend in de mens. De opvoeding, de cultuur, het voedsel, de ervaring, de traumata, de sociale contacten, kortom meer dan we bevatten kunnen, bepaald nog meer de individualiteit dan het unieke DNA.

 

Fenomenologie

Ik weet niet meer hoeveel honderden mensen ik behandeld heb met de reguliere diagnose ‘lumbale Hernia Nucleus Pulposis’. De verschijnselen lijken op elkaar; pijn in de lage rug, met uitstralende pijnen, al dan niet met uitval van motorische functies en veranderde sensaties in het been. Natuurlijk kan men deze verschijnselen classificeren. Men groepeert de symptomen en zoekt naar de overeenkomsten. Zo lijkt het beeld al snel overeen te komen met een herkenbaar patroon, de uitstraling correspondeert met de irritatie van de zenuwwortel, komend uit de wervel X. Het protocol bij deze herkenning is bekend, de uitslag van de operatie evenzeer. Juist deze vorm van aandoening maakt het pijnlijk duidelijk dat we niet aan de individualiteit voorbij kunnen gaan.

 

Door deze patiënten fenomenologisch te onderzoeken komt het individuele patroon naar voren. Fenomenologisch onderzoek kijkt naar datgene wat er op dit moment aan dysfuncties voor handen is. Gecombineerd met de unieke (ziekte)geschiedenis, de constitutie en het functioneren, volgt een individueel beeld hoe in het lichaam de symptomatische verschijnselen zijn ontstaan. Geen van deze patiënten met de reguliere diagnose HNP heb ik hetzelfde behandeld. Telkens kwam een uniek patroon naar voren van meerdere dysfuncties die elkaar in stand houden. Statistisch lijkt er een terugkerend stelsel herkenbaar te zijn, wat in een ‘evidence based’ onderzoek als standaard aangemerkt zou kunnen worden. Deze neiging van de moderne medische wetenschap gaat echter voorbij aan de uniciteit van de mens. Darmen en nieren zijn vaak uitlokkers van de lumbale uitstralingsproblemen, maar hoe dat patroon zich verder ontwikkeld is van mens tot mens verschillend.

 

Casus individu

Een aardig voorbeeld van dit unieke patroon is het volgende geval, dat ik mij zo goed herinner vanwege de laatste druppel die de klachten deed uitbarsten. Een man van 45 jaar komt met acute lage rugklachten, met uitstraling en motorische uitval. Volgens het segment L5-S1. “Het is verleden week acuut ontstaan”, vertelde de man, “bij het pakken van een enveloppe  van het salontafeltje”. Deze enveloppe was blauw gekleurd en afkomstig van de instelling die het niet leuker kan maken. Bij onderzoek trof ik een blokkering van de 5e lendenwervel en het linker SI-gewricht, geheel volgens verwachting.

Onderliggend waren echter een retractie van het colon sigmoideum, leverkanteling, met een grote tractie aan het diafragma. Door deze omstandigheden waren de laatste twee borstwervels en de eerste vier lendenwervels als groep nauwelijks mobiel. Alle beweging van de onderste wervelkolom moet daardoor vanuit de onderste ‘vrije wervel komen, in dit geval L5-S1. Een overbelasting is dan snel gemaakt, zeker bij een aanslag (van de belasting). Behandeling van alle problemen deed de klachten snel afnemen en niet meer terug keren. In dit geval een indirecte meevaller voor de staatskas door de uitsparing van een dure hernia-operatie. Op verschillende gronde is het jammer dat we vaak niet verder kijken naar het individu.