Fontanelsluiting: verbening van de schedelnaden
Wat is het?
Tussen de verschillende schedelboten liggen de schedelnaden (suturen). Deze zijn bij de pasgeborene nog ‘open’ ter hoogte van de fontanellen. Behalve de bekende fontanel bovenop het hoofd, zijn er nog andere fontanellen. Wanneer deze vroegtijdig aan elkaar groeien (fontanelsluiting), spreekt men van verbening (Syndroom van Carpenter).
Hoe te herkennen?
De schedel groeit overdreven veel in één richting. In zeldzame gevallen leidt dit tot een gestegen hersendruk, braken en krampaanvallen.
Reguliere geneeskunde:
Vaak wordt er een röntgenbeeld van de schedel gemaakt om de graad van verbening te meten. De ouders moeten regelmatig de schedelomvang meten. In uitzonderlijke gevallen maakt men de schedelnaden operatief los. Craniosynostose betekent samengroeiing van schedelbeenderen en slaat op voortijdige vergroeiing van schedelnaden die bij kinderen normaliter langer openblijven. Hierdoor ontstaan misvormingen van het gelaat en de schedel. Sinds 2005 is in het UMC St Radboud in Nijmegen en sinds 2009 in het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht een vierde type behandeling geïntroduceerd, waarvan de resultaten tot nu toe ten minste net zo goed zijn gebleken zodat men de zwaardere ingreep voor jonge kinderen (<6 maanden) hier nu niet langer aanbiedt. De methode is overgekomen uit Amerika en bestaat uit een tweeledig behandelplan: allereerst wordt de dichtgegroeide naad verwijderd en vervolgens wordt door middel van een helm gedurende 6 tot 9 maanden de vorm van de schedel gecorrigeerd.
Het ánders kijken van het IMC
In de osteopathische visie hebben de schedelnaden een scharnierfunctie: zij maken de beweging van de afzonderlijke schedelbotten onder elkaar mogelijk. Deze beweeglijkheid is voor een normale groei en een gezonde functie op volwassen leeftijd noodzakelijk.
Kennis van de fontanellen
- De fontanel aan de bovenkant van het hoofdje is niet de enige fontanel, als baby’s geboren worden zijn er 4 fontanellen, een aan de voorkant (grote), een aan de achterkant (kleine) en aan iedere zijkant nog twee (slaapbeen).
- De grote fontanel is ruitvormig en bij de geboorte is de diameter ongeveer 2,5 cm.
- De kleine fontanel, op het achterhoofd, is driehoekig en is moeilijker te voelen.
- Je kunt een kloppend gevoel zien/voelen in grote en kleine fontanel, dit is normaal.
- De voorhoofds- en de achterhoofdsfontanel, zijn voor verloskundigen een belangrijk punt om te bepalen hoe het hoofdje van je baby’tje ligt tijdens de bevalling.
Sluiting:
- De kleine fontanel aan de achterkant en die aan de zijkant zijn dichtgegroeid rond de leeftijd van 6 maanden. De grote fontanel sluit zich als je kindje tussen de 12 en 18 maanden is.
- De fontanellen zijn belangrijk, ze zorgen er samen met de schedelnaden (suturen) voor dat de delen van de schedel tijdens de bevalling een klein beetje over elkaar kunnen schuiven zodat het schedeltje kleiner wordt en door het geboortekanaal past.
- Na de bevalling zorgen de fontanellen ervoor dat de schedel kan groeien; de snelle groei van de hersenen zorgt ervoor dat de schedeldelen uit elkaar geduwd worden.
Wanneer hulp?
- Op het consultatie bureau meten ze altijd de schedelomtrek, om zo de groei van de schedel te kunnen volgen, als de groei niet goed is, kan dat betekenen dat er een schedelnaad te vroeg dicht gegaan is of dat de hersenen onvoldoende groeien.
- Heeft je baby’tje een afplatting, dan is het van belang om zo snel mogelijk hulp te zoeken van een osteopaat en/of kinderfysiotherapeut. De groei van de hersenen/schedel gaat namelijk het hardst in het eerste half jaar. Hoe vroeger je in die periode helpt, hoe makkelijker het te corrigeren is. Soms komt het voor dat er een schedelnaad niet is aangelegd, of te snel dichtgegroeid is, dan is het belangrijk om naar de kinderarts te worden verwezen.
- Als je kindje moet huilen, persen of aan het eten is, kan de fontanel wat bol staan. Dat is geen probleem. Staat de fontanel echter constant gespannen en bol, dan kan dat een teken van een infectie of hersenvliesontsteking zijn. Dan is het verstandig om contact met de huisarts op te nemen.
Wat kan het IMC?
Met speciale technieken (osteopathie in het craniale bereik) probeert de osteopaat de spanningen in de schedel (en in het lichaam) op te lossen. Zo vergroot hij de (verminderde) beweeglijkheid van de schedelnaden en ‘vertraagt’ de vroegtijdige fontanelsluiting en behoudt de schedel zijn normale groei.
Lees verder bij de Kennisbank van het IMC: plagiocephalie (afplatting schedel).