Scheelzien (Strabismus)

Scheelzien (Strabismus)

verschillende vormen van scheelzienWat is het?

Ongeveer 3 – 4 % van de kinderen ziet scheel. De oorzaak is meestal ongelijke oogspieren, die tot een verschillende lichtbreking in beide ogen leidt. Onderzoek toont significante verbetering met Osteopathie bij scheelzien (strabismus).

Ook verziendheid, een oogspierverlamming, storing in het centrale zenuwstelsel of een tumor kan scheelzien veroorzaken. Door de verschillende lichtbrekingen ontstaan dubbelbeelden. Het kind vermijdt dit, door één oog op het object te fixeren en het zien van het andere oog te onderdrukken. Ruimtelijk zien is daardoor onmogelijk. Wanneer het scheelzien onbehandeld blijft, verliest het onderdrukte oog in de loop van de zijn zichtvermogen.

 

Het afwijkende oog kan naar binnen, naar buiten, naar onderen of naar boven gedraaid zijn. Als beide ogen een afwijkende stand hebben, is bijvoorbeeld één oog richting de neus gedraaid en één oog naar boven.

  • Esotropie: één oog staat naar binnen
  • Exotropie: één oog staat naar buiten
  • Hypertropie: één oog staat naar boven
  • Hypotropie: één oog staat naar beneden

 

Hoe te herkennen?

De ogen kijken niet in één lijn naar voren. Een oog (of beide) wijkt naar binnen of naar buiten van de centrale zichtlijn af.

 

Reguliere Geneeskunde:

De arts onderzoekt de hoek van het scheelzien en een mogelijke stoornis in het gezichtsvermogen. Met prismabrillen wordt de lichtbreking vereffend. Door het afdekken van het goede oog, wordt het slechte oog getraind. De behandeling begint in het eerste levensjaar; wanneer noodzakelijk volgt een operatie vóór de schoolgaande periode.

 

Het ánders kijken van het IMC

Vaak ligt de oorzaak in een overprikkeling van de hersenzenuwen. Zo verzorgt bijvoorbeeld de zesde hersenzenuw (N. Abducens) een spier die het oog naar buiten beweegt. Wanneer deze zenuw op de overgang van de top van het slaapbeen (os Temporalis) naar het wiggenbeen (os Sphenoideum: kanaal van Dorello) geprikkeld wordt, kan de spier niet normaal werken. Het oog kan niet meer naar buiten draaien.

 

Onderzoek:

Een onderzoek in 2004 aan het College voor Osteopathie Sutherland toonde een significante verbetering van het scheelzien aan, bij een totale osteopathische behandeling., gemeten met een synoptofoor.

Onderzoek Strabismus Ham Heijden Isaak: Scheelzien… bekeken vanuit een andere hoek. Onderzoek naar de effectiviteit van een osteopathische interventie bij kinderen lijdend aan convergent / divergent strabismus

 

Wat kan het IMC?

De osteopaat zoekt naar de oorzaken van het scheelzien. Hij zoekt naar de oorzaken van bijvoorbeeld de overprikkeling van de hersenzenuwen. Wanneer de (ver)spanningen verdwenen zijn, kan de oogspier weer normaal functioneren.