Dystrofie (posttraumatisch, Südeck)

Dystrofie (posttraumatisch, Südeck)

Wat is het?

Dystrofie (posttraumatisch, Sudeck)Posttraumatische dystrofie, ook wel complex regionaal pijnsyndroom (CRPS) of Südeckse Dystrofie genoemd, is een aandoening die kan optreden na letsel aan een ledemaat of na een arm- of beenoperatie. Hierbij zijn de zenuwen beschadigd geraakt.

De dystrofie doet zich meestal voor bij een bepaald lichaamsdeel en kan zich op verschillende manieren uiten, maar doorgaans middels pijn, zwellingen en roodheid van een bepaald lichaamsdeel. Het gaat in alle gevallen om de armen, handen, benen of voeten.

Posttraumatische dystrofie wordt ook wel gezien als een abnormaal sterke reactie van het lichaam op een operatie of verwonding. Meestal na een trauma, operatie, maar ook na ontstekingen of zenuwbeschadigingen.

Feiten: Zo’n 8.000 Nederlanders krijgen jaarlijks te maken met CRPS. Vaak na letsel. Meestal begint posttraumatische dystrofie met een snel optredende pijn die lang kan aanhouden. Een opvallend gegeven is dat de pijn waarmee patiënten te maken hebben vrijwel nooit in verhouding staat met de ernst van het letsel.

Symptomen: Posttraumatische dystrofie kenmerkt zich door:
  • Intense pijn (die bij bewegen extra toeneemt).
  • Zwelling van een bepaald lichaamsdeel.
  • Koud of warm voelen van de huid.
  • Verkleuring (meestal roodheid) van de huid.
  • Verminderde bewegelijkheid (beperkingen).
  • Extra pijn bij aanraking met de huid.

Er is sprake van posttraumatische dystrofie (CRPS) als kan worden voldaan aan ten minste vijf van de hierboven beschreven kenmerken.

 

Omdat een Südeckse Dystrofie (posttraumatische dystrofie) niet direct na ieder trauma optreedt, moet er tevens een individuele bevattelijkheid (dispositie) aanwezig zijn, met in het bijzonder een vegetatieve (= het onwillekeurige zenuwstelsel betreffende) labiliteit.

De oorzaak van Südeckse-Dystrofie is onbekend. De patiënten klagen over diffuse, heftige en brandende pijnen. Op basis van de circulatiestoornis zijn de getroffen delen meestal blauw verkleurden oedemateus (= opgezwollen). Betroffen gewrichten verstijven. Bijzonder is de hand, omdat deze meestal tot een bepaalde invaliditeit voert. In het onderste lidmaat zijn alle gewrichten bij een posttraumatische dystrofie betrokken. Op de röntgenfoto ziet men een typische, vlekkige Osteoporosebeeld.

Dystrofie voetDe drie stadiën van de Südeckse-Dystrofie (= ook Complex Regional Pain Syndrome Typ I / CRPS I):

  1. Acute stadium. De pijnen staan op de voorgrond, ook in rust, zwelling als gevolg van oedeem en functievermindering.
  2. Dystrophisch stadium. Het weefsel atrofieert (= verminderd, neemt in omvang af) en de zwelling neemt af, maar de pijn blijft, maar is temperatuurs-afhankelijk.
  3. Stadium van de atrofie. Botten en weke delen zijn geatrofieerd, waaronder ook de spieren en gewrichtskapsel, er bestaat een duidelijke bewegingsbeperking. De huid is dun en bleek.

 

Reguliere behandeling van de Südeckse-Dystrophie:

1) Medicamenteus:

  • Cortison in het acute stadium.
  • Antidepressiva (= Middel tegen depressie),.
  • Anti-epileptica (= Middel tegen de vallende ziekte).
  • Analgetica (= pijnmiddelen).
  • Calcitonine (= een schildklierhormoon)

Vroeger gaf men nog therapeutische locaal-anaesthesie (=verdovingsmiddelen op bepaalde zenuwvlechten of ganglia), maar dat is achterhaald.

 

Het ánders kijken van het IMC

Wanneer het lichaam niet normaal en met een dystrofie geneest op een trauma of operatie, moeten we kijken naar de omstandigheden waarin dit gebeurt. Veelal zijn er onderliggende aandoeningen aanwezig, die het herstel belemmeren. Dat kan liggen in de doorbloeding (circulatie), maar ook het vegetatieve zenuwstelsel, de vliezen (fascia), etc.

 

Wat kan het IMC?

De Mesologie kan onderzoeken welke omstandigheden op fysiologisch of neurologisch gebied de genezing van de dystrofie belemmeren en deze ombuigen.

De osteopathie kan dit op het terrein van mechanica, beweeglijkheid, verklevingen, etc. en zo het lichaam de vrijheid geven normaal te genezen.

Binnen het integraal medisch centrum, gaat we eerst op zoek naar de achterliggende stoornis van de dystrofie:

  1. Mesologisch onderzoek naar de dispositie (in het begin genoemd), waarom treft juist deze patiënt deze dystrofie?. Veelal wordt dit met homeopathische of fytotherapeutische (kruiden) medicijnen behandeld.
  2. Soms volgt een dieet om het vaat-zenuwstelsel tot rust te brengen.
  3. Zo nodig wordt een osteopathische behandeling ingezet. Hierbij worden met name de fascia (= o.a. spier-, vaat- en zenuwomhulsels) behandeld, om het lichaam de vrijheid te geven zich te herstellen.
  4. Hypnotherapie kan een hulpmiddel zijn om het patroon van de posttraumatische dystrofie te doorbreken.