Werkwijze Mesoloog
De mesoloog stelt een diagnose op het terrein van functie en dysfunctie.
Dit kan niet vergeleken worden met een reguliere diagnose.
De symptomen van functiestoornissen (dysfunctie) uiten zich op verschillende manieren met verschillende kenmerken.
Alle aspecten van het individu (lichaam, psyche, geest, etc.) bepalen uiteindelijk wat voor symptomen op de voorgrond treden. De interpretatie van onderzoeksgegevens én de symptomen, vormt het aangrijpingspunt voor de mesoloog om de functiestoornissen te behandelen.
Op grond van meetwaarden (EFD), anamnese (klassiek, homeopathisch en oosterse geneeskunde), fysische diagnostiek, pols- en tongonderzoek, osteopathische testen en integratie van deze gegevens, worden dysfuncties vastgesteld. Hierbij dienen meerdere onderzoeksgegevens te leiden naar dezelfde oorzaken.
Werkwijze van de osteopaat
De Osteopathie richt zich op de mobiliteit van de weefsels. De structuur van het weefsel bepaald de functie van het weefsel en de functie dirigeert de structuur. Structurele (en daarmee functionele) veranderingen gaan gepaard met een mobiliteitsverlies.
De Osteopaat onderzoekt de mobiliteit van vrijwel alle weefsels in het lichaam. Globaal is hierbij een verdeling te maken in een pariëtaal aspect (bewegingsapparaat), een visceraal aspect (inwendige organen, bloedvaten, lymfe en zenuwen) en een craniaal aspect (schedel en wervelkolom, vliezen, liquor en zenuwstelsel).
De bevindingen uit het osteopathisch onderzoek worden gekoppeld aan een functionele (fysiologische, mechanische) interpretatie. In het rapport zijn de structurele veranderingen die in het onderzoek naar voren zijn gekomen vernoemd. Op deze pagina’s treft u de functionele interpretatie.
Een osteopathisch onderzoek leidt niet tot een reguliere diagnose, maar tot een interpretatie van bij u gevonden dysfuncties. Deze interpretatie zal altijd individueel zijn en niet op anderen van toepassing.