Te veel insuline

Boek Integratie Complementaire geneeswijze
10/08/2005
Ziek door Suiker
10/07/2017
Boek Integratie Complementaire geneeswijze
10/08/2005
Ziek door Suiker
10/07/2017

Door het raffineren worden verschillende suikers veel sneller in de bloedbaan opgenomen dan suikers die hun ballaststoffen bij zich hebben (ongeraffineerd). Met suikers wordt in deze context bedoeld alle koolhydraten.

Monosaccariden en disacchariden

Een koolhydraat is een voedingstof die bestaan uit de elementen C, H en O. Koolhydraten bestaan uit enkelvoudige (monosacchariden) of samengestelde suikers (disacchariden en polysacchariden). Monosaccariden zijn bijvoorbeeld: glucose (druivesuiker), fructose (vruchtesuiker) en galactose (melksuiker). Disacchariden zijn onder andre maltose (moutsuiker), saccharose (rietsuiker) en lactose (melksuiker). Polysacchariden zijn bijvoorbeeld zetmeel. In de mond, pancreas en darm bevinden zich verschillende enzymen die deze koolhydraten splitsen, zoals in onderstand schema is weergegeven:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schematische weergave van de splitsing van koolhydraten tot de drie opneembare ‘suikers’: glucose, fructose en galactose. De verschillende enzymen worden geleverd door de mond (kauwen), de alvleesklier en de dunne darm.

Darmmilieu nat houden

Van groot belang is dat bij de splitsing van koolhydraten water nodig is. Dit water moet in de darm voorradig zijn, anders wordt het water uit de omgeving van de darm onttrokken en ‘droogte de darm uit’. Het is dus van groot belang voldoende water te drinken om het darmmilieu ‘nat te houden’. Dit water dient vooral tussen de maaltijden gedronken te worden. Tevens is een half glas water bij de maaltijd aan te bevelen. De gedachte dat water de spijsverteringssappen ‘wegspoelt’ berust op een fabeltje. In een volgende nieuwsbrief gaan we verder op het belang van water.

Vezels zijn van belang omdat dit het opnameproces vertraagt. Wanneer de vezels afwezig zijn (raffineren) verloopt de opname van ‘suikers’ in het bloed te snel. Hierdoor zal het bloedsuikergehalte te snel stijgen. Het lichaam ontvangt een prikkel om het bloedsuiker weer omlaag te brengen.

Insuline

Het belangrijkste hormoon hiertoe is insuline, afgegeven door de eilandjes van Langerhans van de alvleesklier. Insuline wordt echter ook te snel en veelal teveel afgegeven. Vervolgens daalt het bloedsuikergehalte (te snel) en er is te weinig (directe) energie in het lichaam aanwezig. Het lichaam ontvangt een prikkel om het bloedsuiker (via voeding) te verhogen.

Hiertoe zijn twee wegen beschikbaar:

  • Men krijgt behoefte aan zoet en al snel grijpt men naar de bekende (snelle) suikers (candybars, snoep, etc.) om de energie op peil te brengen. Door deze ‘suikers’ komt men echter in een vicieuze cirkel.
  • Het lichaam maakt de voorraad suikers vrij, voornamelijk uit de lever. Hiertoe zijn een aantal hormonen actief:
  • glucagon uit de alvleesklier, als tegenhanger van insuline, ook uit de eilandjes van Langerhans
  • cortison uit de bijnierschors, een hormoon dat bij de totale stofwisseling betrokken is, maar ook bij allergieën en ontstekingen
  • adrenaline uit het bijniermerg, een hormoon dat het lichaam ‘alert’ maakt, maar ook het zenuwstelsel stimuleert.

Geraffineerde koolhydraten

Het gebruik van geraffineerde koolhydraten creëert derhalve of een grotere behoefte aan suiker en / of de hormoonhuishouding in het lichaam raakt verstoord. De lage bloedsuikers veroorzaken vermoeidheid; het lichaam heeft te weinig energie voor de (normale) activiteiten. Tevens zijn de hersenen afhankelijk van de regelmatige toevoer van energie (koolhydraten). Te lage bloedsuikers veroorzaken tevens concentratiestoornissen, vergeetachtigheid, etc. De hormonen cortison en adrenaline stimuleren het lichaam weliswaar om energie vrij te maken, maar het is te vergelijken met een zweep over een vermoeid paard halen.

Onderstaand volgt een tabel waarin de ongeraffineerde en geraffineerde koolhydraten staan vermeld. Bij hypoglycaemische verschijnselen is het beste een dieet samen te stellen uit de voedingsmiddelen van groep I, wanneer de bloedsuikers genormaliseerd zijn kan het dieet worden aangevuld met voedingsmiddelen uit groep II. De koolhydraten uit groep III en IV kan men het beste zoveel mogelijk vermijden.

I. Samengesteld ongeraffineerd II. Enkelvoudig ongeraffineerd III. Samengesteld geraffineerd IV. Enkelvoudig geraffineerd
Alle groenten
Alle granen
Alle graanproducten
Noten en zaden
Peulvruchten
Alle vruchten
Melk yoghurt, karnemelk
Natuurlijke honig
Bloem
Maizena
Witte rijst
Aardappelmeel
Brood, crackers
Macaroni, spaghetti
Witte en bruine suiker
Honing
Druivensuiker
Vruchtensuiker
Glucose, Sorbitol
Aspertaam.